Passend Onderwijs

Invoering Passend Onderwijs

Door de wet op passend onderwijs (2014) hebben de basisscholen de plicht ervoor te zorgen dat er voor elk kind, en dus ook het kind dat extra ondersteuning nodig heeft, een passende plek op een school te vinden. Dat heet zorgplicht. Die passende plek kan een andere basisschool zijn, maar ook een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) of een school voor speciaal onderwijs school (SO). Deze besluiten worden altijd genomen in overleg met de ouders. Binnen het Samenwerkingsverband (SWV Twente Noord 23-01) zijn er trajectbegeleiders en schoolcoaches, die scholen ondersteunen en adviseren bij dit zoekproces naar een passende onderwijsplek.

Samenwerkingsverband Twente Noord en passend onderwijs
Scholen van PCO Noord-Twente maken deel uit van het SWV Twente Noord. Binnen dit SWV werken alle (speciale)basisscholen van alle basisschoolbesturen en de SO-scholen (cluster 3 en 4) samen. De samenwerking vindt plaats met als doel uitvoering te geven aan de wet op Passend Onderwijs.
Het Samenwerkingsverband ondersteunt scholen met de inzet van specifieke expertise. Hiertoe is een Expertise en Dienstenteam ingericht met deskundigen op het gebied van cluster 3 en 4 (de zogenaamde schoolcoaches). Dit Expertise en dienstenteam biedt ondersteuning op de (speciale) basisscholen.
Ook geeft het Samenwerkingsverband toelaatbaarheidsverklaringen af voor speciaal (basis) onderwijs. Deze toelaatbaarheidsverklaringen worden voorbereid in het SOT onder begeleiding van een trajectbegeleider van het Samenwerkingsverband. Ouders worden bij het overleg in het SOT als educatief partner betrokken.
Indien ouders en/of school het niet eens zijn met een beslissing over de toelaatbaarheid tot het S(B)O, kan een bezwaar ingediend worden bij de adviescommissie van het SWV. Over de bereikbaarheid van deze commissie en de bezwaarprocedure is informatie te vinden op de website van het Samenwerkingsverband. Op deze website is ook andere informatie over passend onderwijs en het Samenwerkingsverband te vinden.

Het SchoolOndersteuningsTeam (SOT)
Iedere school heeft een team van mensen dat extra ondersteuning  biedt een zogenaamd Schoolondersteuningsteam (SOT).
De leraren en de intern begeleider hebben periodieke overlegmomenten over de ontwikkeling van de kinderen. Wanneer zij vinden dat de ontwikkeling blijft stagneren, kan het SOT ingeschakeld worden. In het SOT zitten standaard de leerkracht, de directeur en de intern begeleider, de ouders en deskundigen (bijv. een orthopedagoog van PCO of schoolmaatschappelijk werker van het SWV). Deskundigen van buiten de school, bijv. vertegenwoordigers van instanties van Jeugdhulpverlening, de GGD of de gemeente (de leerplichtambtenaar) kunnen, indien gewenst, deel uitmaken van het SOT. Afhankelijk van de hulpvragen van het kind zitten veel of weinig hulpverleners aan tafel (een smal of een breed SOT). De ouders zitten, als educatieve partners, in principe bij elk SOT-overleg aan tafel en worden betrokken bij de besluiten over hun kind.
De werkwijze van het SOT kent een vast patroon. Na het bespreken van de hulpvragen van de betrokkenen (ook die van het kind) worden de positieve en belemmerende factoren in beeld gebracht. Vervolgens wordt gezamenlijk tot een inzicht gekomen (waarom is de situatie zoals die nu is ontstaan?), waaruit onderwijs- en ondersteuningsbehoeften ontstaan. Er worden zo concreet mogelijke handelingsdoelen opgesteld (voor het onderwijs en/of voor thuis en/of voor de hulpverlening bijv.). Deze handelingsdoelen worden in een vervolg SOT geëvalueerd en bijgesteld.  Indien blijkt dat de gewenste handelingsdoelen op de huidige school niet gehaald kunnen worden en er gedacht wordt aan een onderwijsprogramma op een andere school, kan het SOT begeleiding vragen van het samenwerkingsverband SVW in de persoon van een trajectbegeleider.

In het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) beschrijft de school wat zij aan ondersteuning kan bieden voor kinderen en met name voor kinderen met speciale hulpvragen.

Beschreven staat met name:

De kennis, vaardigheden en scholing van de leerkrachten.

Welke extra ondersteuning er wordt geboden in de groepen, bijvoorbeeld door het inzetten van onderwijsassistenten.

Welke speciale hulpprogramma’s de school kan inzetten en welke specialisten er zijn die speciale hulp kunnen bieden, bijvoorbeeld op gebied van dyslexie of gedragsproblemen.

Welke kinderen met specifieke hulpvragen de school wel een aanbod kan bieden en aan welke hulpvragen niet binnen het aanbod passen, waardoor er voor een kind een andere passende school gezocht moet worden.

Wanneer de school van aanmelding de nodige ondersteuning voor een kind niet kan bieden, wordt gekeken naar het SOP van andere scholen. Het SOT, aangevuld met deskundigen en in ieder geval een trajectbegeleider, kunnen op basis van het SOP van andere scholen bepalen welke school de nodige ondersteuning wel kan bieden.

De toelating tot een andere school, mogelijk een school voor speciaal (basis)onderwijs, gebeurt op basis van de gesprekken die in het SOT (met ouders) zijn gevoerd. De manier van bespreken is handelingsgericht, waarbij gekeken wordt naar een zo licht ogelijke vorm van ondersteuning in een zo nabij mogelijke omgeving (regulier waar kan, speciaal allen waar nodig). Wanneer op basis van deze gesprekken (waarbij een trajectbegeleider wordt ingeschakeld indien perspectief mogelijk een S(B)o school betreft), tot een advies S(B)O gekomen wordt,  dan wordt dit  advies , geschreven door de trajectbegeleider, voorgelegd aan de directeur van het Samenwerkingsverband. Wanneer het advies voor plaatsing op een SBO of SO-school akkoord wordt bevonden, schrijft de directeur van het SWV een toelaatbaarheidsverklaring. Met deze verklaring kan een kind worden ingeschreven op een SBO- of SO school.

Website: www.swv-twentenoord.nl
E-mail: info@swv-twentenoord.nl